Jaap van der Hoest
Nog door de nacht geweerd
Dan vliedt terug tot vlekken
Machtig drukt de zon het zien
Met de avond valt het zonnelicht
is licht, komend in zwaarte,
even, een verminderend even,
een moment van kunnen zien.
het gezicht dat aan de ogen
schampte. Felheid als waas
is het al dat thans overheerst.
van kijkers toe. Het blikken is
voor blinken op de vlucht. Dag
is een durend licht ontwijken.
tot een ontklemming. Zacht veren
leden voor de ogen opwaarts. Van
een gezicht glijdt strakheid weg.